maandag 9 december 2013

Maandagmorgenblues

Ik had weer een mooie stunt vanmorgen.
Na alle standaard rompslomp (hoes van de motor, kettingslot eraf, schijfremslot eraf, oordoppen in, rugzak om, handschoenen aan, helm op, "shit, de sleutel zit nog in m'n jaszak", handschoenen weer uit, sleutel in het contact, handschoenen weer aan, pffff...) wilde ik de Honda van de middenbok af duwen. Dát had ik gedacht! Geen beweging in te krijgen...

Nog een poging, nog een poging, grrrrr... nóg een poging... Nope! Geen beweging in te krijgen. Het leek wel alsof de bok geblokkeerd was.
Ik op mijn knieën op straat om onder de motor kijken. Maar ja, het was 7 uur 's ochtends, nog pikkedonker, dus ik zag natuurlijk geen moer. Bovendien had ik eigenlijk ook geen idee waar ik precies naar moest kijken.

Honda, we’ve got a problem

Zucht... handschoenen weer uit, helm af, rugzak af, terug naar binnen. Daar vloekend op zoek naar een zaklamp. Weer terug buiten erachter komen dat de batterijen van de zaklamp leeg zijn en dán bedenken dat er natuurlijk ook gewoon een zaklampfunctie op je iPhone zit (ooohwww...)
Ik plat op mijn buik midden op straat, maar nog steeds niks te zien.
Na veel getrek en geduw - en een telefoontje naar collega Leo die op afstand natuurlijk ook niet veel kon doen - kwam ik op het idee om het voorwiel eens wat beter te bekijken. En wat bleek: niet de middenbok was de boosdoener, maar de voorste remklauw zat vast. Muurvast... Honda, we've got a problem...

Van mijn hulptroepen op afstand krijg ik de tip om met een schroevendraaier de remklauw los te wrikken. Euhhh... tuurlijk joh, maar wáár moet ik in godesnaam die schroevendraaier precies tussen steken? Op goed geluk prutste ik wat met de schroevendraaier, maar de remklauw zat vast en was van plan dat voorlopig ook te blijven zitten.

Credits verspeeld

Even overwoog ik om de pechhulp te bellen, maar die had ik eerder dit jaar al een paar keer nodig gehad, dus daar had ik m'n credits al verspeeld. Bovendien mag je maar voor twee verschillende voertuigen pechhulp inschakelen en aangezien ik me dit jaar de trotse eigenaar mocht noemen van een Yamaha XS750, een Daihatsu Charade, een Triumph Bonneville én een Honda NTV650 ging die vlieger dus ook niet op.
Net toen ik op het punt stond om het bijltje erbij neer te gooien, kwam er een buurman naar buiten. Toevallig eentje die zelf ook motor rijdt. En ondanks dat hij eigenlijk heel veel haast had, wilde hij toch wel even kijken naar de rem. "Wacht," zei hij, "dan zet ik 'm eerst even van de bok." "Euhhh, ja, maar dat is nou juist het hele probleem!" zei ik. Voordat ik nog meer kon zeggen, was hij al opgestapt en ramde hij mijn motor met volle kracht naar voren, waarbij de rem in één beweging los schoot. Ik stond erbij en keek ernaar...

Met een rood hoofd en veel te laat reed ik vervolgens naar Delft. De schroevendraaier stak ik voor de zekerheid toch ook nog maar even in m'n rugzak.

dinsdag 15 oktober 2013

Bonnie around the block

“En waar ga je nu dan over schrijven?”, vroegen sommige mensen toen ‘Bonnie’ in mijn leven kwam. Ze doelden daarmee natuurlijk op alle pechverhalen die ik over mijn vorige motor geschreven had. “Ach” zei ik, “nu ik een motor heb waar ik op kan vertrouwen, is er ruimte voor weer hele nieuwe belevenissen!”

En inderdaad, ruim zes maanden later heb ik er al zo'n 7000 mijl (een goeie 11.000 kilometer) op de teller bij gezet! And the fun has only just begun!

Eén van de eerste uitstapjes met de Bonneville was een ritje naar Friesland, om daar – net als vorig jaar – op Tweede Pinksterdag met de motormeiden de Friesche Elfstedentocht te rijden. Het weekend begon wat ongelukkig doordat één van de meiden bij aankomst op het erf van de boerderij waar we logeerden met motor en al uitgleed in een greppel vol met koeienstront... Tja, dat kennen we niet in de Randstad hè? Zelf kroop ze gelukkig zonder kleerscheuren onder haar motor vandaan, maar de kuip van haar Fazer was flink beschadigd en het rechter knipperlicht bungelde er een beetje zielig aan een draadje bij. Starten deed 'ie gelukkig nog wel, dus kon ze er de volgende dag - zij het een beetje voorzichtig - de Elfstedentocht wel op uitrijden.

Natte stempelkaart

De tocht begon met een waterig zonnetje, maar al gauw begon het behoorlijk te regenen. Eén van de meiden hield het voor gezien en reed terug naar de boerderij. De rest reed dapper door. In de loop van de ochtend klaarde het wel een beetje op, maar helemaal droog hebben we het helaas niet gehouden. Aan het eind van de tocht werden we nog getrakteerd op een flinke hoosbui, zodat we bij terugkomst een kletsnatte stempelkaart inleverden in ruil voor de felbegeerde Elfstedenplaquette...


Jeugdherberg vol bejaarden

Kort na Friesland volgden een paar dagen Twente, met Stayokay Gorssel als uitvalsbasis. Een vriend uit Hengelo zou me op de motor het mooie 'Tukkerland' laten zien. Het hostel, wat prachtig in de groene Achterhoek ligt, ziet eruit als een groot Noors jachthuis. Toen ik bij de Pippi Langkousherberg aankwam viel me echter wel iets vreemds op: rechts voor de ingang van de jeugdherberg stonden keurig naast elkaar twee scootmobielen geparkeerd. Al snel ontdek ik dat ik zo'n beetje de jongste gast in het hostel ben... In de tuin zijn de bejaarde eigenaars van de scootmobielen in een vrolijk gesprek verwikkeld met een club gepensioneerde wielrenners (lees: grijze of kale mannen met te dikke buiken, te strakke wielrenbroekjes en te dure racefietsen), die een weekendje komen fietsen in de Achterhoek. 

Springlevend

Het scootmobielduo (naar eigen zeggen samen 160 jaar oud) blijkt in de kamer naast mij te slapen en voert 's avonds - zonder hoorapparaten in - luide gesprekken vanuit het ene stapelbed naar het andere. Ik lach me rot als de man er op een gegeven moment achterkomt dat hij die middag per ongeluk de medicijnen van zijn vrouw heeft ingenomen in plaats van zijn eigen pillen, omdat hij zonder bril de doosjes niet goed van elkaar kon onderscheiden! De volgende ochtend verschijnen ze echter allebei springlevend aan het ontbijt, dus er lijkt niets aan de hand.


Die dag maken Bonnie en ik samen met de Hengeloose vriend op zijn BMW een prachtige tocht door het Twentse landschap (Hengelo, Ootmarsum, Denekamp) en we piepen nog even de grens over voor een stukje bochtenwerk in Duitsland. 's Avonds keer ik weer terug naar 'Huize Avondrood', waar de bejaarden zo te horen alweer flink aan het bier hebben gezeten. Ik ben gelukkig zo moe van het rijden dat ik vrijwel direct in slaap val.

Chique plassen

De volgende dag besluit ik om helemaal binnendoor over de Hoge Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug terug naar het westen te rijden. Onderweg moet ik opeens verschrikkelijk nodig plassen. Omdat ik geen zin heb in één of andere vieze wc bij een benzinepomp, typ ik 'zoek horecagelegenheid' in op de navigatie. Niet veel later rij ik de oprit van kasteel Engelenburg bij Brummen op, waar een hotel, golfbaan en conferentiecentrum gevestigd blijken te zijn. Met een blaas die nu écht bijna op knappen staat, zet ik Bonnie pontificaal voor de ingang en ik hol in mijn motorpak naar binnen. Achter de receptie zit een dame gekleed in een keurig mantelpakje en naast de ingang staat een man in livrei. "Mag ik alstublieft even van uw toilet gebruik maken?" weet ik er nog net piepend uit te brengen. Ze kijken me aan alsof ik van een andere planeet kom, maar vervolgens wijzen ze me de weg naar de toiletten. Ik voel me in deze chique omgeving inderdaad een beetje als een olifant in een porseleinkast, maar het kan me niets schelen! Opgelucht stap ik even later weer op de motor en relaxed rij ik het laatste stuk terug naar Rotterdam.



Lucky winner

Enkele dagen later kan ik mijn geluk niet op als ik de volgende mail ontvang: “U heeft recent meegedaan aan de Tridays-actie op de Facebookpagina van Triumph. Wij van Triumph vonden uw inzending zo leuk dat u de twee VIP-kaarten voor de Tridays hebt gewonnen. Van harte gefeliciteerd!”

De Tridays is een driedaags Triumph-evenement in het pittoreske Oostenrijkse dorpje Neukirchen, waar traditiegetrouw duizenden Triumph-liefhebbers van over de hele wereld op afkomen. En daar had ìk dus entreekaartjes voor gewonnen! En dat niet alleen, maar ook twee overnachtingen in een viersterrenhotel, een exclusief Tridays t-shirt en een goodybag. En alles voor twee personen. Ik spring een gat in de lucht! Dit is de perfecte gelegenheid om eindelijk eens een flink stuk op de Bonneville te rijden!

Eén van mijn motorvriendinnen (die ene die niet van regen houdt), wil wel mee naar Oostenrijk. "Da's goed," zei ik, "maar dan plakken we wel even jouw Intruder-logo af, want het is natuurlijk wèl een Triumph-evenement..."
We hadden nog maar een paar weken voor vertrek, dus snel onze vakantiedagen ingediend, routes uitgestippeld en overnachtingshotels voor onderweg geboekt. Plan: in twee dagen naar Oostenrijk rijden (zo'n 500 km per dag), drie dagen Tridays en dan in twee dagen weer terugrijden naar Nederland. Goed te doen.

En het was in één woord fantastisch! Zonder problemen via Duitsland naar Oostenrijk gereden, heerlijk weer gehad, héél veel geweldige mooie motoren gezien, naar toffe bandjes geluisterd, geshopped till we dropped, de mensen van Triumph Nederland ontmoet, overnacht in een prima hotel, lekker gegeten, veel gedronken en getoerd, kortom: met volle teugen genoten! Wat mij betreft volgend jaar weer, maar dán met nog een extra weekje vakantie eraan vast.


Goed stel

In een half jaar tijd zijn Bonnie en ik al helemaal op elkaar ingespeeld. We hebben samen al heel wat mijlen afgelegd en we zijn nog láng niet moe! Na Oostenrijk volgden er nog een lang weekend naar de Ardennen met de meiden, vele strandritjes naar Hoek van Holland, Oostvoorne, Noordwijk en Haamstede, de Albert's Dudes & Chickies Ride (een sponsorrit voor onderzoek naar hersentumor), de eerste Motormeissie Ride Out via Facebook en onlangs nog een uitstapje naar de BMW Motorrad Day in Zandvoort, waar Bonnie en ik ons heel dapper staande hielden tussen allemaal grote dikke BMW's...

Op de terugweg rij ik nog even door naar Ouderkerk aan den IJssel voor een bakkie koffie bij Jan, want ja, nu ik nooit meer met pech langs de weg sta, begin ik mijn garageman bijna een beetje te missen...

maandag 13 mei 2013

Partir, c'est mourir un peu

Met de komst van Bonnie, mijn nieuwe grote liefde, braken er onzekere tijden aan voor Yammie, mijn eerste grote liefde. Iedereen weet dat drie hoofden op een kussen natuurlijk niet lang goed kan gaan en zo verging het ook in dit geval. Eerst was het plan om m'n Yamaha voorlopig bij iemand te stallen, omdat ik eigenlijk nog geen afstand wilde doen van mijn eerste motorfiets. Maar op het moment dat ik vol goede moed de rit naar Gelderland wilde aanvangen, bedacht Yammie dat het een goed idee was om er op het Kleinpolderplein al mee op te houden, zodat ik hem onverrichter zake bijna een kilometer terug naar huis moest duwen. Gelukkig schoot een dichtbij wonende collega me daarbij te hulp, want het huilen stond me inmiddels nader dan het lachen.
En na lang twijfelen en treuzelen nam ik uiteindelijk het besluit: mijn oude, trouwe Yamaha gaat eruit...

Zo gezegd, zo gedaan. Een advertentie op Facebook gezet, een tweet geplaatst en binnen een aantal dagen meldde zich de eerste gegadigde. "Ik kwam je advertentie tegen. Heb je je XS750 nog? En wat moet hij kosten?" Slik... nu wordt het serieus...
Na een paar mailtjes over en weer zou ene Rob op Hemelsvaartdag komen kijken. Ik had hem wel eerlijk verteld dat Yammie af en toe kuren had en dat het zomaar zou kunnen dat hij niet meteen zou willen starten, maar daar had deze handige sleutelaar geen problemen mee.
Inderdaad moest er gestart worden met startkabels, maar daarna liep de motor als een zonnetje. Na een korte proefrit kwam Rob de straat weer inrijden met een enorme brede lach van onder zijn helm. "Nou, die is verkocht!" riep hij. Mijn ogen schoten direct vol tranen, waarop mijn buurman - die het hele tafereel vanaf zijn stoepje had gadegeslagen - me spontaan zijn zakdoek kwam aanbieden.
"Je weet toch wel zeker dat je hem wilt verkopen?" vroeg Rob enigszins geschrokken. "Jawel, dat wel," zei ik aangeslagen, "maar het is ineens wel heel erg concreet nu."
Maar goed, het besluit was genomen en bij deze leuke, enthousiaste motorliefhebber zou mijn Yammie in ieder geval in goede handen zijn. De deal was rond.
De volgende dag kwam hij zijn nieuwe motorfiets halen en met een brok in m'n keel keek ik hem na totdat hij helemaal de straat uit was. "Dag Yammie," fluisterde ik zacht, "dankjewel voor alle fijne ritten!"

Met weemoed, maar vooral ook met plezier denk ik terug aan alle fijne ritten die we samen gemaakt hebben en aan alle avonturen die ik met mijn eerste motor heb beleefd.
De bergtrainingen in het Teutoburgerwoud en de Eifel, de ritten met de meiden naar de motorherberg in de Ardennen, de talloze pontjes waarmee we overgevaren zijn, de Friesche Elfstedentocht, die keer bij Erik van Lent op de brug voor diens column in Promotor, de VRO-R training in het kader van het onderzoek van het SWOV en de KNMV en alle keren dat ik weer ergens met pech langs de kant stond en de evenzovele keren dat Yammie bij Jan op de brug stond en hij hem met veel liefde voor zijn vak - en soms een beetje creativiteit - weer aan de praat kreeg. En met een warm gevoel denk ik terug aan alle keren dat mijn hart een klein vreugdesprongetje maakte als ik mijn Yammie trots glimmend op me zag staan wachten.

Nu heb ik Bonnie in mijn leven, maar mijn eerste liefde, die vergeet ik nooit...

Keurig in het gelid bij de Rotterdamse Schouwburg 
Mirror with a view 
Met de meiden in de Ardennen
Bergrijvaardigheidstraining in de Eifel
Logeren tussen de kippen bij Stayokay Gorssel
Op het erf bij het Zuid-Hollands Landschap 
Op de brug bij Erik van Lent, voor diens column in Promotor
Artikel in Promotor, maart 2012
Op de brug bij Jan, die Yammie steeds weer aan de praat kreeg
Gestrand...
Maar ook: doorrijden tot óp het strand bij Hoek van Holland
Dag Yammie! Dankjewel!

zondag 17 maart 2013

Dromen zijn er om waar te maken

Vanaf de dag dat ik begon met motorrijden, had ik een droom. Een droom over een grote liefde. En die liefde betrof in dit geval natuurlijk een motorfiets. Een mooie, glimmende, alles overtreffende motorfiets. En dat kon er wat mij betreft maar één zijn: een Triumph Bonneville t100! Op de motorbeurs in Utrecht zag ik hem voor het eerst in het echt en mijn hart maakte een sprongetje. Dát is hem! Dáár staat 'ie! Zucht... Wat is 'ie mooi!!!

Vorig jaar in mei maakte ik een plan. Een ambitieus plan. Ik zou gaan sparen voor 'mijn' Bonneville en ik wilde 15 maanden uittrekken om het benodigde bedrag voor een mooi tweedehands exemplaar bij elkaar te sparen. Ik weet nog goed dat ik me toen serieus afvroeg hoe ik dat in godsnaam voor elkaar zou gaan krijgen, aangezien ik nou niet bepaald aan het eind van iedere maand überhaupt nog geld over heb...
Maar goed, ik maakte een plan en ik gíng ervoor!

Ik maakte enorme excelschema's om mijn financiën in kaart te brengen en daarbij vielen harde keuzes. Abonnementen werden opgezegd, ik ruimde mijn hele huis op en zette heel veel spullen te koop op Marktplaats, mijn uitgelezen boeken verkocht ik via bol.com, ik bood vrienden aan om op te passen op hun kinderen of huisdieren, ik snoeide heggen voor geld en ik zette bijna mijn hele vakantiegeld opzij. Afgelopen zomer vierde ik mijn verjaardag met een zelfgemaakte high tea en in plaats van cadeaus vroeg ik aan iedereen een bijdrage voor mijn nieuwe motor. Het was ontroerend en hartverwarmend toen ik 's avonds de doos omkeerde en alle lieve briefjes las en de envelopjes openmaakte die mijn vrienden erin hadden gestopt.


Om mijn spaardoel concreet te maken had ik in mijn portemonnee een kaartje gestoken met een plaatje van 'mijn' Bonneville. Iedere keer als ik ergens iets wilde pinnen, dan keek ik even naar dat kaartje en vroeg ik me af 'Heb ik dit ècht nodig?' Heel vaak legde ik dan dat leuke truitje, die mooie schoenen of de zoveelste onmisbare tas weer terug!

Het sparen ging voor de wind en eerlijk gezegd - tot mijn eigen verbazing - veel harder dan ik dacht. Ik moest er heel veel dingen voor laten, maar met zo'n duidelijk doel voor ogen ging dat me eigenlijk best goed af. In december zat ik al op 70% van mijn streefbedrag. Dat motiveerde natuurlijk enorm om er nog even een schepje bovenop te doen en uiteindelijk - met in de eindsprint een bonus en een beetje hulp van mijn lieve moeder - kreeg ik op 6 februari een mailtje van de bank: 'Gefeliciteerd, je hebt je spaardoel bereikt!'

Met bonkend hard ging ik eind februari weer naar de motorbeurs. Zo'n gek gevoel dat je daar dan niet alleen heen gaat om te kijken, maar misschien ook om te kopen... Uiteindelijk vond ik op de beurs niet de motor die ik zocht, dus de zoektocht ging verder. Via een tip op Facebook, kwam ik terecht bij een jonge motorhandelaar in Brabant, die precies de motor had staan die ik zocht. Niet alleen het type, maar zelfs ook de kleuren die ik zo graag wilde! Meteen een afspraak gemaakt en na de proefrit had ik mijn hart voorgoed verloren. Gelukkig was ik nog wel zo verstandig om de motor eerst nog even te laten keuren. Hij zag er fantastisch uit, maar ik wilde natuurlijk wel zeker weten dat ik een goed exemplaar te pakken had. In eerste instantie was de verkoper daar, als beginnend ondernemer, niet zo happig op, maar uiteindelijk konden we er goede afspraken over maken. Gelukkig viel de keuring 100% mee, dus konden we daarna de koop snel rondmaken.

En zo ben ik ineens - ruim vijf maanden eerder dan verwacht - de megatrotse bezitter van mijn droommotor! Mijn eigen, mooie 'Bonnie'!


Dit betekent helaas wel dat ik afscheid moet gaan nemen van mijn oude 'Yammie', want er is jammer genoeg geen plaats voor twee motorfietsen. Dus mijn Yamaha XS750 staat nu te koop, in afwachting van een nieuwe, toegewijde, handige eigenaar, liefst één met een voorliefde voor oude motorfietsen.

Tja, en nu beginnen mijn vrienden zich af te vragen waar ik nu dan nog over moet bloggen, want ik heb mijn droom waargemaakt en met deze nieuwe motor zal ik ongetwijfeld met minder problemen van A naar B reizen... Maar ik zie het als een uitdaging om met 'Bonnie' mijn grenzen te verleggen en ik zie daarbij nog volop mogelijkheden voor nieuwe avonturen!

zaterdag 29 december 2012

Donker hoekje

Een oude motorfiets rijden is leuk, maar het zorgt soms ook voor de nodige avonturen.
Zo was ik een tijdje geleden lekker aan het toeren door de Brabantse Biesbosch, toen mijn motor ineens vreselijk begon te sputteren. Hortend en stotend wist ik mijn garage te bereiken, waar bleek dat één van de drie cilinders uitgevallen was. Na wat prutsen aan de bedrading, bougiekappen en bobines had Jan mijn oude Yamaha XS750 weer aan de praat. Er leek niet echt iets stuk, maar waar het nou precies door kwam? Geen idee!

Een week later ging ik op bezoek bij een vriendin in Amstelveen. Op de motor natuurlijk, want het was lekker weer! Toen ik aan het eind van de middag weer naar huis wilde, startte m'n motor niet. Na een aantal verwoede pogingen sloeg hij eindelijk aan en opgelucht ging ik op weg naar huis.
In de lange bocht van de A9 naar de A4 begon Yammie weer te stotteren. Met lichte paniek in m'n hart reed ik door. Eenmaal op de A4, precies daar waar de weg zes banen breed is, stopte hij ermee. Met zweet in m'n handschoenen wist ik m'n motor aan de kant te krijgen. Eenmaal op de vluchtstrook, achter de vangrail, leerde een blik op m'n telefoon me dat de batterij nog maar voor 4% vol was. Ook dat nog...
Snel keek ik ter hoogte van welk hectometerpaaltje ik me bevond en aan welke zijde van de weg ik stond en ik belde de KNMV pechservice. In rap tempo meldde ik m'n naam, kenteken, het nummer van m'n pas en de plaats waar ik stond. "Oh ja", zei ik, "en m'n telefoon is bijna leeg." Daar nam de dame van de pechhulp geen genoegen mee. "We moeten eerst een melding aanmaken en daarvoor heb ik nog wat gegevens nodig." "Dat gaat niet, want m'n telefoon houdt er zo mee op" zei ik nog. "Tja, in dat geval kunt u beter even 112 bellen" zei de dame aan de andere kant van de lijn. Ja, met een lege telefoon zeker, dacht ik nog...
Met het laatste beetje bereik belde ik 112. Weer meldde ik snel waar ik me bevond. "Ik sta hier met mijn motor langs de A4, ik heb pech en m'n telefoon is leeg." Precies op dat moment hield m'n telefoon ermee op... Shit! Nu maar hopen dat er hulp zou komen...
Tot overmaat van ramp begon het ook nog eens zachtjes te regenen.

Een kleine twintig minuten later kwam er een gele wagen aanrijden. Gelukkig! De hulp was nabij! Maar wat bleek? Het was een sleepwagen; zo eentje die de twee voorwielen van een auto optilt en 'm dan wegsleept.
"Oh," zei de meneer van de pechhulp, "ik had een melding gekregen van motorpech..."
"Ja," zei ik, "dat klopt ook, ik heb ook pech. Met mijn motor". "Tja," zei de man "maar met deze sleepwagen kan ik jouw motor niet vervoeren. Daarvoor moet ik even een collega bellen. Maar laten we eerst eens even kijken wat er aan de hand is."
Nadat ik had uitgelegd van de uitgevallen cilinder en het gestotter, bekeek de man mijn motorfiets. Hij controleerde de bougies, mat de accu door, zette de benzinekraan op de reservestand, maar op geen enkele manier was m'n motor nog aan de praat te krijgen.
De collega werd gebeld en even later stond mijn Yamaha vastgesjord op een gele oplegger.

Omdat het inmiddels al te laat was om mijn motor nog direct naar de garage te brengen zou de pechservice hem eerst stallen op een depot in Roelofarendsveen, waarvandaan hij dan de volgende dag naar mijn garage gebracht zou worden. Ik kon meerijden tot aan het depot. Daar stond een taxi te wachten om mij naar Rotterdam te brengen. Rond twaalf uur 's avonds was ik eindelijk thuis.
's Nachts kon ik de slaap niet vatten. De hele tijd lag ik maar te malen over mijn motorpech. Wat kon er nu toch weer aan de hand zijn?? Ineens bekroop me een angstige gedachte. Aangezien ik geen benzinemeter heb, zet ik de dagteller altijd op nul als ik getankt heb. Mijn motor rijdt zo'n 1:20 en er gaat zeventien liter in m'n tank, dus een ruime driehonderd kilometer kan ik makkelijk rijden op een volle tank. Toen ik strandde stond de dagteller op 275. Dat zou het dus niet kunnen zijn toch?
Middenin de nacht typte ik een mail naar Jan van de garage:
"Jan, ik ben weer gestrand met mijn motor. Het lijkt erop dat het weer hetzelfde euvel is als vorige week, toen die ene cilinder uitgevallen was. Mijn motor wordt morgen door de pechservice bij jou afgeleverd. Ik kan het me haast niet voorstellen, want we hebben de motor ook op de reservestand geprobeerd te starten, maar misschien moet je voor de zekerheid toch óók even de benzine checken... Als het dat blijkt te zijn, dan ga ik me ergens in een heel donker hoekje zitten schamen!"

De volgende middag belde Jan. Het eerste wat hij zei was: "Blijf jij nog maar even in dat donkere hoekje zitten!" Het schaamrood steeg me naar m'n kaken. Dus toch! In alle consternatie had ik dus helemaal niet aan de benzine gedacht op het moment dat m'n motor ermee stopte... En de mannen van de pechhulp ook niet!
Toen ik mijn motor aan het eind van de dag ging ophalen stond er op de factuur: 'Lijkt benzinetekort te zijn geweest.' Jan kon een grijns niet onderdrukken. Beschaamd rekende ik af. Sinds die dag ga ik dus nooit meer van huis zonder een opgeladen telefoon en een litertje benzine in m'n zijtassen!

maandag 30 juli 2012

In goed gezelschap

Na twee bergtrainingen en een aantal tripjes naar de Ardennen, begin ik ondertussen behoorlijk wat lol te krijgen in het rijden op mooie, bochtige bergweggetjes. En als je eenmaal de smaak te pakken hebt, dan wil je méér! Tijd dus voor een nieuw avontuur.
Mijn oude Yamaha XS750 en ik waren deze keer in goed gezelschap: op weg naar de Eifel werden we vergezeld door een prachtige klassieker, een BMW R80/7 uit 1979.


Goed voorbereid gaan Yammie en de Beemer op pad, met in de zadeltassen een extra flesje olie, een litertje benzine, wat zekeringen, een rolletje gaffertape en een multitool, want met een oude motorfiets weet je maar nooit wat je onderweg allemaal nodig hebt...
Tot Eindhoven pakken we even de snelweg en vanaf daar rijden we binnendoor verder. De Yamaha slaat - net als laatst in de Ardennen - om onverklaarbare redenen toch weer een paar keer af, maar laat zich gelukkig steeds weer vrij vlot starten. Tot aan Limburg gaat het verder voorspoedig. De zon schijnt en op een terras maken we een stop voor koffie met een heerlijk stuk vlaai. Vlakbij Vaals begint de lucht angstaanjagend donker te worden en vlak voordat er een enorme onweersbui losbarst, schieten we een eetcafé in. Op de buienradar is goed te zien dat het een zeer plaatselijke bui is en dat klopt, want ongeveer anderhalf uur later is het droog en kunnen we weer verder.

Aan het begin van de avond rijden we Lutzerath binnen en checken we in bij Hotel Maas, waar we door eigenaar Stefan vriendelijk verwelkomd worden. Het hotel ligt in een rustig dorpje middenin de Eifel en vormt een prima startplek voor veel mooie (motor-)tochten. Op verzoek stuurt Stefan je per mail zelfs vier mooie routes toe, geschikt voor zowel Tomtom als Garmin, zodat je die thuis alvast in je navigatiesysteem kunt zetten. En - ook niet onbelangrijk - de motor kan in de garage of onder het afdak geparkeerd worden.
Vol overgave storten we ons op het diner en het heerlijke Franziskaner Weissbier om daarna moe maar tevreden ons bed in te rollen.

Zaterdagochtend kiezen we voor de route Lutzerath - Cochem - Lutzerath, een tocht van 233 kilometer, die ondermeer een stuk langs de Moezel loopt en uitzicht biedt op de prachtige groene stijle hellingen met wijnranken. In het mooiste deel van het Moezeldal ligt Cochem, een 'gemütlich' wijnstadje, compleet met vakwerkhuizen en een grote burcht. En verder op de route natuurlijk bochten, veel mooie bochten! En die gaan best goed! Op eentje na dan, als ik een pittige haarspeldbocht naar rechts niet goed instuur en mijn motor bovendien midden in die bocht uitvalt. Oké, denk ik, hoofd koel houden, niet vallen en gewoon weer starten en doorgaan. Meteen een goeie oefening voor de hellingproef! Schuin achter me zie ik een grote grijns in de helm van mijn motormaatje.

Halverwege de tocht is de weg afgezet. Onze route blijkt precies over het parcours van de Eifel Rallye te lopen, die dit jaar van 26 t/m 28 juli plaatsvindt in de Vulkaneifel. De rallye van die dag blijkt net gestart, dus we besluiten even te blijven kijken. Een bonte stoet van auto's scheurt even later over de kronkelige landweggetjes. Ze komen niet allemaal even soepel door de bocht, maar ach, dat kan de beste overkomen, daar weet ik alles van!











De volgende dag rijden we richting Adenau en stoppen we even bij de Nürbergring. Kennelijk is er net een ongeluk gebeurd, want een ambulance en een politiewagen rijden het hek door. Even later wordt er een gekreukelde auto op een takelwagen het circuit afgevoerd. Not my cup of tea!
In Altenahr stoppen we voor een lunch bij Toets en Angela van Gasthaus am Tunnel, een begrip onder veel motorrijders in de Eifel. Na een stevige biker's lunch en een halve liter alcoholvrij bier koersen we dwars door Nationalpark Eifel richting Aachen om daar de snelweg naar huis te pakken. Onze oude motorfietsjes hebben het de hele tijd goed volgehouden, maar als we bijna bij Breda zijn begint de BMW te sputteren. Vuil in één van de carburateurs? Of zou hij misschien gehecht zijn geraakt aan het gezelschap van Yammie en opzien tegen het naderende afscheid?

dinsdag 24 juli 2012

Never a dull moment

“Zo, zat je weer om een ritje verlegen?” is het eerste wat Jan zegt als ik om vijf uur ’s middags aan kom rijden. Jan is mijn garageman en omdat ik op een oude motorfiets rijd, kom ik geregeld bij hem over de vloer.
“Eh… ja… nou… er is wel ècht iets aan de hand hoor Jan,” sputter ik, “want hij valt steeds uit als m’n tank half leeg is én m’n knipperlichten doen het niet meer."
"Tja..." zegt Jan alleen maar. "Maar ik ben er wél weer mooi mee naar de Ardennen geweest!” breng ik nog in verweer.

Jan gaat onverstoorbaar verder met sleutelen en ik ga op het trapje in de werkplaats zitten en wacht tot hij tijd heeft om even naar mijn 29 jaar oude Yamaha XS750 te kijken. Ondertussen komt een andere klant zijn motor ophalen, waar Jan nieuwe bandjes onder gezet heeft. “Zo,” zegt Jan tegen hem, “dat was wel nodig zeg! Er zat bijna geen profiel meer onder! Ik scheet in m’n broek toen ik ermee door de bocht ging…”
“Had je wel een schone onderbroek bij je dan?” vraagt deze.
“Nee,” zegt Jan, “ik heb nu gewoon niks aan onder mijn overall. Ik probeer een beetje met de laatste mode mee te gaan hè!”
Ik schiet in de lach, want Jan heeft een lange paardenstaart, zoals de bandleden van Metallica in de jaren ’80… Als ik er nog wat van zeg ook, werpt Jan me een grijns toe. “Ik vond het leuker toen je nog een bedeesd meisje was en wat meer ontzag toonde…”

Even later is het de beurt aan mijn Yamaha.
De problemen begonnen tijdens de rit naar de Ardennen, waarbij de motor er een paar keer spontaan mee ophield. Het lijkt iets met de benzinetoevoer of de verbranding te zijn. Met het steeds volgetankt houden van de tank en de benzinekraan op de pri-stand heb ik het uiteindelijk vier dagen weten te redden, maar ik ben benieuwd wat er aan de hand is.
Jan checkt de carburateurs, de benzinekraantjes, de benzineleidingen, de filters en blaast zelfs de tankdop door. Er zit niks verstopt en er zit ook geen water onderin de tank. We proberen te determineren waar het euvel kan zitten, wanneer het precies gebeurde, hoe het klonk en wat ik toen deed, maar we komen er niet uit. Het blijft een raadsel… Uiteindelijk gooit Jan een flesje Forté in de tank en we spreken af dat ik de tank met de benzinekraantjes op de normale stand tot aan de reservestand leeg probeer te rijden om te kijken of het nog eens gebeurt.
Ik besluit om naast een opgeladen telefoon, mijn KNMV- en ANWB-pas en een fles motorolie nu ook maar een litertje benzine aan mijn standaarduitrusting toe te voegen. Leuk hoor, zo’n oldtimer!


Op naar het volgende probleem: de kapotte zekering. Die voorziet niet alleen de knipperlichten van stroom, maar ook de claxon en het lampje van de neutraalstand.
Ik heb er op weg van de Ardennen naar huis zelf al drie keer een nieuwe zekering ingezet, maar die klapte er steeds weer uit. Ook de zekering die Jan erin stopt, knalt meteen. Flinke kortsluiting dus, maar wáár? Stukje bij beetje meet Jan de bedrading door, maar de oorzaak van de kortsluiting laat zich niet zo makkelijk opsporen. Steeds meer onderdelen worden gedemonteerd om de draadboom te kunnen volgen, waarbij Jan af en toe zachtjes binnensmonds vloekt. Ondertussen is het over zessen en begin ik me een beetje schuldig te voelen dat het een latertje wordt voor Jan vandaag.
“Als je wilt kan ik ‘m ook hier laten en morgen weer komen ophalen hoor” zeg ik.
“Hoor je mij ergens over klagen dan?” vraagt Jan “Of wil jíj soms naar huis?”
“Eh… nee, nee… ik wacht graag tot je klaar bent!” En ik ga gauw weer op het trapje zitten.

Uiteindelijk vindt Jan de oorzaak. Natúúrlijk ergens helemaal onderaan, op een onmogelijke plaats, is het omhulsel van de bedrading weggesleten en maakt de bedrading contact met de massa. Een stuk isolatiemateriaal eromheen en het probleem is gefikst. Bij het prutsen aan de bedrading is waarschijnlijk ook een draadje van het knipperlichtrelais losgeraakt, dus dat wordt ook meteen hersteld.

Om zeven uur rij ik weg uit Ouderkerk a/d IJssel. Blij dat Yammie het – voor nu – weer doet en klaar voor het volgende avontuur: volgende week staat er namelijk weer een ritje naar de Eifel op het programma!
Goed voor weer een dankbare ansichtkaart erbij op het prikbord van Jan!