zaterdag 29 december 2012

Donker hoekje

Een oude motorfiets rijden is leuk, maar het zorgt soms ook voor de nodige avonturen.
Zo was ik een tijdje geleden lekker aan het toeren door de Brabantse Biesbosch, toen mijn motor ineens vreselijk begon te sputteren. Hortend en stotend wist ik mijn garage te bereiken, waar bleek dat één van de drie cilinders uitgevallen was. Na wat prutsen aan de bedrading, bougiekappen en bobines had Jan mijn oude Yamaha XS750 weer aan de praat. Er leek niet echt iets stuk, maar waar het nou precies door kwam? Geen idee!

Een week later ging ik op bezoek bij een vriendin in Amstelveen. Op de motor natuurlijk, want het was lekker weer! Toen ik aan het eind van de middag weer naar huis wilde, startte m'n motor niet. Na een aantal verwoede pogingen sloeg hij eindelijk aan en opgelucht ging ik op weg naar huis.
In de lange bocht van de A9 naar de A4 begon Yammie weer te stotteren. Met lichte paniek in m'n hart reed ik door. Eenmaal op de A4, precies daar waar de weg zes banen breed is, stopte hij ermee. Met zweet in m'n handschoenen wist ik m'n motor aan de kant te krijgen. Eenmaal op de vluchtstrook, achter de vangrail, leerde een blik op m'n telefoon me dat de batterij nog maar voor 4% vol was. Ook dat nog...
Snel keek ik ter hoogte van welk hectometerpaaltje ik me bevond en aan welke zijde van de weg ik stond en ik belde de KNMV pechservice. In rap tempo meldde ik m'n naam, kenteken, het nummer van m'n pas en de plaats waar ik stond. "Oh ja", zei ik, "en m'n telefoon is bijna leeg." Daar nam de dame van de pechhulp geen genoegen mee. "We moeten eerst een melding aanmaken en daarvoor heb ik nog wat gegevens nodig." "Dat gaat niet, want m'n telefoon houdt er zo mee op" zei ik nog. "Tja, in dat geval kunt u beter even 112 bellen" zei de dame aan de andere kant van de lijn. Ja, met een lege telefoon zeker, dacht ik nog...
Met het laatste beetje bereik belde ik 112. Weer meldde ik snel waar ik me bevond. "Ik sta hier met mijn motor langs de A4, ik heb pech en m'n telefoon is leeg." Precies op dat moment hield m'n telefoon ermee op... Shit! Nu maar hopen dat er hulp zou komen...
Tot overmaat van ramp begon het ook nog eens zachtjes te regenen.

Een kleine twintig minuten later kwam er een gele wagen aanrijden. Gelukkig! De hulp was nabij! Maar wat bleek? Het was een sleepwagen; zo eentje die de twee voorwielen van een auto optilt en 'm dan wegsleept.
"Oh," zei de meneer van de pechhulp, "ik had een melding gekregen van motorpech..."
"Ja," zei ik, "dat klopt ook, ik heb ook pech. Met mijn motor". "Tja," zei de man "maar met deze sleepwagen kan ik jouw motor niet vervoeren. Daarvoor moet ik even een collega bellen. Maar laten we eerst eens even kijken wat er aan de hand is."
Nadat ik had uitgelegd van de uitgevallen cilinder en het gestotter, bekeek de man mijn motorfiets. Hij controleerde de bougies, mat de accu door, zette de benzinekraan op de reservestand, maar op geen enkele manier was m'n motor nog aan de praat te krijgen.
De collega werd gebeld en even later stond mijn Yamaha vastgesjord op een gele oplegger.

Omdat het inmiddels al te laat was om mijn motor nog direct naar de garage te brengen zou de pechservice hem eerst stallen op een depot in Roelofarendsveen, waarvandaan hij dan de volgende dag naar mijn garage gebracht zou worden. Ik kon meerijden tot aan het depot. Daar stond een taxi te wachten om mij naar Rotterdam te brengen. Rond twaalf uur 's avonds was ik eindelijk thuis.
's Nachts kon ik de slaap niet vatten. De hele tijd lag ik maar te malen over mijn motorpech. Wat kon er nu toch weer aan de hand zijn?? Ineens bekroop me een angstige gedachte. Aangezien ik geen benzinemeter heb, zet ik de dagteller altijd op nul als ik getankt heb. Mijn motor rijdt zo'n 1:20 en er gaat zeventien liter in m'n tank, dus een ruime driehonderd kilometer kan ik makkelijk rijden op een volle tank. Toen ik strandde stond de dagteller op 275. Dat zou het dus niet kunnen zijn toch?
Middenin de nacht typte ik een mail naar Jan van de garage:
"Jan, ik ben weer gestrand met mijn motor. Het lijkt erop dat het weer hetzelfde euvel is als vorige week, toen die ene cilinder uitgevallen was. Mijn motor wordt morgen door de pechservice bij jou afgeleverd. Ik kan het me haast niet voorstellen, want we hebben de motor ook op de reservestand geprobeerd te starten, maar misschien moet je voor de zekerheid toch óók even de benzine checken... Als het dat blijkt te zijn, dan ga ik me ergens in een heel donker hoekje zitten schamen!"

De volgende middag belde Jan. Het eerste wat hij zei was: "Blijf jij nog maar even in dat donkere hoekje zitten!" Het schaamrood steeg me naar m'n kaken. Dus toch! In alle consternatie had ik dus helemaal niet aan de benzine gedacht op het moment dat m'n motor ermee stopte... En de mannen van de pechhulp ook niet!
Toen ik mijn motor aan het eind van de dag ging ophalen stond er op de factuur: 'Lijkt benzinetekort te zijn geweest.' Jan kon een grijns niet onderdrukken. Beschaamd rekende ik af. Sinds die dag ga ik dus nooit meer van huis zonder een opgeladen telefoon en een litertje benzine in m'n zijtassen!